Voor het eerst komen we ergens waar we het gevoel
hebben dat er geen toeristen zijn en waar je dus niet om de 5 min
lastiggevallen wordt door opdringerige tuktukchauffeurs. Zalig... We worden ook
door alle kinderen aangestaard en begroet.
We gaan de uitdaging aan om van Nong Kiaw naar Luang Prabang te kajakken. We verheugen ons op 3 dagen natuur en authenticiteit.
Op vrijdag 8 november vertrekken we. Die dag raast er een
typhoon over de Filipijnen, maar wij zijn afgesneden van de buitenwereld en ons
van geen kwaad bewust. Aangekomen aan de startplaatst blijken we de enige deelnemers
te zijn. We zijn helemaal op elkaar en op onze gids Thong aangewezen. Thong
blijkt 26 jaar te zijn en afkomstig van een dorpje op een uur lopen van de
Kouang Si watervallen. Er loopt geen weg naartoe.
We verdelen ons over de boten en beginnen onze driedaagse vol goede moed.
onze gids Thong
Onderweg vertelt Thong ons over de veranderingen die
Laos ondergaat. Een voordeel is het onderwijs. Nadeel is het prijskaartje. De
meeste dorpelingen, die bijna alle landbouwers zijn, kunnen maar 1 kind laten
verderstuderen. En dan nog betalen ze zich hier blauw aan en moeten ze in
armoede leven. Het studerende kind kan zich dan ook niks permitteren en stort
zich helemaal op zijn studies. Even slikken toch voor ons. We zijn echt lucky bastards...
Is het omdat ze dit nog aan het verwerken zijn, omdat
ze te veel afgeleid waren door de prachtige natuur of door elkaar – wie zal het
weten – maar plots doemt er een rots op onder de kajak van Rein en Tom!!! BOEM
BAF PATAT kantelen ze om. Rein denkt dat ze zich moet vasthouden aan de boot,
maar eens ze daar omgekeerd in het water hangt beseft ze gelukkig dat ze beter
eerst wat lucht gaat happen. Tom kon terug op de kajak klauteren. Maar toen
kreeg iedereen de camera in het oog, die dreef ergens in zijn waterdichte
hoesje (danku Kor en Aline!!!) tussen hen in maar buiten bereik. Gelukkig is
Tom stiekem een superheld en springt hij heldhaftig uit de boot om de camera te
redden. Wat Thong dan weer vervloekt want nu drijft de kajak helemaal alleen
af! Maar zoals alle goede avonturen loopt het goed af: geen gewonden en geen
verloren of kapotte spullen. Oef!
Of dat dachten we toch op het eerste zicht... Rein en Tom lijken hoe langer hoe
dieper in het water te hangen. We
stoppen bij een dorpje aan de oever omde boot te checken. Bleek dat er al een geplakt
gat in de boot zat, maar dat plaksel was nu door de rots losgeraakt. Terug
plakken dus en laten drogen tijdens de lunch: stickyrice verpakt in bananenbladeren,
samen met groenten in een sausje en gedroogd varkensvlees. Lekker! Tijdens en
na het eten hebben we veel bekijks. De kinderen kijken op een afstand verlegen
toe, en zijn dolblij met de restjes van ons eten die ze krijgen toegestopt. Dat
geeft ons toch een beetje een wrang gevoel. Hadden we dat geweten hadden we
meer over gelaten..
In de namiddag genieten we
van de natuur en van een duik in de rivier. Het plaksel blijkt immers niet echt
stand te houden. Thong roept de hulp in van een dorpeling. Al snel hebben de
kinderen weet van onze aanwezigheid en komen ze een kijkje nemen in de rivier.
Dat we er zwemmen lijken ze hilarisch te vinden. Ze besluiten er ook in hun
blote flikkertjes in te duiken maar durven niet re dicht re komen. Als we
wegvaren zwaaien ze ons uit en roepen ze ons na (vertaald door Thong):”da-ag
toeristen langneus!”
We overnachten in opnieuw een lokaal dorpje. We
wandelen er eens door met de gids en Tom speelt een partijtje leatherball mee,
de nationale sport van Laos. Je kan het vergelijken met volleybal, enkel mag je
nu de bal niet met je handen of armen aanraken maar moet je hem met je
voeten/benen/romp/hoofd over de draad zien te krijgen. Het dorpje heeft ook een
basisschooltje en een ziekenhuis aka gebouw waar een verpleger aanwezig is.
Geld om ernstige ziektes zoals kanker te
genezen hebben ze hier niet.
Het wordt al vroeg donker en we besluiten op het bankje voor het huis van ons
gastgezin te wachten tot het avondmaal. De stoet kinderen die ons volgden op
onze wandeling staan ons nu van op een afstandje aan te staren. Beetje bij
beetje durven enkele gastjes toch wat dichter te komen en eens we de eerste
hebben overtuigd om naast ons te komen zitten volgt de rest al snel. Ze vinden
alles wat we doen en amuseren zich kostelijk met de meest simpele spelletjes
zoals een toren bouwen met duimen, handje klap of een zeer vereenvoudigde versie
van ‘Jef zegt piemelen’. Ook onze liedjes vinden ze fantastisch. Het was superleuk
!
Uiteindelijk was het etenstijd: stickyrice met
bamboescheuten en nog vanallesonbenoembaar en rat. Volledige rat. Op een
stokje. Die hebben we toch maar een Thong geschonken..
Ondertussen vertelde Thong ons van alles over hun cultuur. Wij gingen er van
uit dat zij ons lelijk zouden vinden om wille van het verschillende uiterlijk.
Wat blijkt: bleekscheten zijn hier het schoonheidsideaal! Al de rest (gezicht,
bouw, ...) doet er niet toe, zolang je huis maar zo bleek mogelijk is. Dat
verklaarde meteen al die lange broeken, truien en paraplu’s terwijl wij smelten.
Als bleekste bleekscheet stond jasmien op nummer 1 bij de dorpelingen. En dat
terwijl ze al een hele dag aan het denken was “yes, zon, lekker bruinen!” en we
de ‘bleke’ Aziaten er net ziek vinden uitzien. We bieden Thong dan maar aan om morgen
ook wat van onze zonnecreme te gebruiken. Daar was ie blij mee! We kruipen moe
maar tevree in ons bed: twee muskietennetten in een grote slaapruimte op het
eerste verdiep met matjes.
Da een schattigaard!!
S ochtends ontdekken we twee dingen: 1) ze staan hier
enorm vroeg op 2) hanen kraaien niet enkel bij zonsopkomst maar heel de lange
tijd tussen 5 en 8u door. Ontbijt: stickyrice, overschotjes van gisteren en
omelet. Een local komt Jasmien nog een huwelijksaanzoek doen maar ze moet die
stakker, tot hilariteit van de gids, teleurstellen. We vertrekken snel voor een
drukke kajakdag.
Al bij de eerste stroomversnelling van de dag slaagt Jasmien er in hun kajak met
gids en al te doen kantelen. Als de gids Belgen door Tom en Rein hun accidentje
al lomp vond, vindt hij dat nu zeker... De stand is dus 1-1.
Na een hele tijd genieten en kajakken tussen het groen, doemt er plots een reusachtig
lelijk bouwwerk op. Een dam. Gebouwd met toestemming van de regering van Laos,
maar door enkel Chinezen en voor enkel Chinezen. Plus een ramp voor de dorpen,
als ee dam over 2 jaar klaar is zullen zij hun goederen niet meer via de rivier
kunnen vervoeren. En voor de meeste dorpen is de rivier hun enige rechtstreekse
verbinding met de buitenwereld. We worden er weer even stil van...
We lunchen op een strandjes
aan de oever: nogmaals stickyrice met bamboescheuten en omelet. Plus iets raars
dat gedroogd varkensvel hoort te zijn maar er verre van op lijkt. Toch blijft
het smaken.
We overleven de namiddag zonder buitelpartijen en
stranden ’s avonds terug in een dorpje. Hier merken we dat we dichter bij de
stad komen: er is elektriciteit, voertuigen, meer voorzieningen en een baan die
langs het dorpje woont. We krijgen de kans om ons te douchen. Dat wil zeggen: om
ons af te spoelen aan een pomp in het midden van het dorpsplein. Gelukkig toont
een oude man met een houten been ons een pomp die ietsje meer beschut ligt. Al
weerhoudt dat een hoopje kinderen niet om ons giechelend gade te slaan. We
drinken een koud (!) biertje met de gids en eten braaf ons avondmaal:
stickyrice met bamboescheuten en deze keer ook een soort van zeer vettige
worst. We worden uitgenodigd om zelfgebrouwen lao whisky te drinken, gemaakt
van, jawel, stikyrice. Het smaakt een beetje bedorven. De gids brengt ons veilig
naar ons bed en we vallen al snel in slaap.
We ontbijten: stickyrice, omelet en bamboescheuten.
Een troep kinderen begeleidt ons naar de kajaks en we beginnen aan de laatste
dag van onze kajak tocht.
We passeren een gigantische rotswand en achter de bocht zien we de Mekong verschijnen. Die steken we over naar een drukbezochte aanlegplaats. We moeten 2euro betalen voor een toeristische grot met enkele Boeddha beelden waar we de schoonheid niet van zien. Er blijkt wel een heel verhaal achter te zitten volgens de gids, maar de clue daarvan missen we helemaal, als die er al is. Een eindje verder houden we lunch op een strandjes en rarara wat schaft de pot?
Omdat jasmien zich nogal draaierig voelt, biedt de gids haar plakkers met tijgerbalsem aan om op haar hoofd te plakken. Een hilarisch zicht en twijfelachtig effect, maar wel een lief gebaar. We peddelen de laatste honderd meter naar onze stopplaats en zeggen de kajak vaarwel. De laatste kilometers naar Luang Prabang doen we met een busje.
Nadat we onze rugzakken opgehaald hebben, haasten we ons naar het lokale busstation. Daar kunnen we de bus nemen naar Vang Vieng, onze volgende stop. De local bus is echt wel local en stopt op de gekste plaatsen om de vreemdste dingen af en op te laden. En als er te weinig plaats is, dan zetten ze toch gewoon in demiddengang een krukje bij. De kotszakjes die ze bij het begin uitdeelden, bleken hun nut ook niet te missen. Meer dan 8 lange uren later komen we om half 1 ’s nachts aan, zoeken een hostel en leggen we ons, eindelijk, horizontaal!