donderdag 27 maart 2014

Australië: Fraser Island

 

Fraser Island (of K’Gari zoals de locale Aboriginals het noemen) werd onze tweede tour in Australië. Het is met zijn 120 km lang en 15 km breed het grootste zandeiland ter wereld en tegelijkertijd ook de enige plek waar regenwoud groeit op zand. Het is er verboden de zee in te gaan omdat er enorm veel gevaarlijke haaien en zoutwaterkrokodillen in het water rondzwemmen en er in het verleden al dodelijke slachtoffers zijn gevallen. Fraser Island is ook de enige overgebleven plaats waar 100% zuivere dingo’s leven. Ze lijken heel sterk op gewone honden maar zijn niet volledig ongevaarlijk voor de mens. Als je oog in oog staat met eentje moet je je heel breed maken en vooral niet weglopen ( wat ons een beetje tegennatuurlijk leek). We mochten nooit alleen en zonder stok rondlopen op het eiland om risico’s te vermijden. Zelf tijdens onze nachtelijke plasjes moest er altijd iemand meegaan om je te vergezellen, niet altijd handig...
 
DAG 1
 
We hadden onze tours beiden geboekt in Cairns en voor de tour naar Fraser Island waren ze ons ‘vergeten’ vertellen dat er geen enkele maaltijd voorzien was (ramp voor tom) en we dus zelf nog boodschappen mochten gaan doen. Op zich geen ramp maar dan moesten we ook nog eens extra tax betalen in Hervey Bay van waaruit de tour vertrok. We voelden ons toch een beetje opgelicht. De tour was op zich al erg duur en dan moesten we nog al die kosten doen... Maar goed, 5 min gezaagd en geklaagd om er dan met volle goesting in te vliegen.
De eerste van vier nachten brachten we door in een hostel in Hervey Bay. De volgende dag vertrokken we naar de ferry richting Fraser Island. Toen we op de ferry zaten, zag Rein plots een krokodil en we zagen ook twee olga’s. Meteen onder de indruk!
Er waren op het eiland drie 4x4’s voorzien voor onze groep (die bestond uit 20 mensen), één ervan werd bestuurd door de gids en de andere twee mochten we zelf besturen. Op Fraser Island rijden zonder 4x4 is onmogelijk aangezien er alleen maar zandwegen zijn. We kregen heel veel vrijheid van onze gids. Hij gaf telkens een korte uitleg over wat we gingen zien en de geschiedenis die er achter zat. Daarna legde hij uit hoe we er konden geraken en liet hij ons onze eigen gang gaan. We bezochten er de eerste dag twee meren: Lake Birrabeen en Lake Wabby. Vooral het tweede was vree plezant. Na een wandeling van ongeveer 40 min (het kunnen er ook 20 geweest zijn) kwamen we in de duinen terecht. Vanop de duinen kon je het meer zien liggen, ongeveer 20 meter naar beneden. De mensen die in de voormiddag al hadden gereden, waaronder mezelf, begonnen al een beetje te aperitieven. Het leek ons dan ook een goed idee naar het meer te rollen. Achteraf gezien een héél goed idee zelf!! Hoewel drie keer op en neer gaan misschien wat te veel van het goede was... We blijven toch altijd een beetje kinderen!
’s Avonds kon de eerste van drie feestavonden losbreken. Die dag verjaarde James (één van de Britse jongens) en dat moesten we uiteraard vieren. Gelukkig had iedereen genoeg goon (zakken wijn van 2-5l) meegebracht. Eén van de lege zakken werd opgeblazen en met een stift omgevormd tot Gilson, naar de volleybal Wilson uit de film ‘Cast away’. Rein en Joke leefden zich uit als imitatoren van hun grote idool Queen B (Beyoncé). Aangezien de meeste van ons al van ’s middags aan het drinken waren, werd het niet echt laat.

Lake Birrabeen:
 


 
Onderweg:


 


Lake Wabby:


 
En rollen maar:


 




DAG 2
Met een lichte kater werden we door onze gids gewekt. Er was niet veel tijd om wakker te worden, er wachtte ons een drukke dag met bezoeken aan Eli Creek, het schipwrak Maheno, Indian Head en de Champagne Pools. We begonnen bij Eli Creek, ook wel The Hangover Creek genoemd. Het werd ons direct duidelijk waarom. Het water dat slechts een halve meter hoog stond was ijskoud, de perfecte remedie tegen een kater. Nadat we onze kater hadden verjaagd gingen we vlug een kijkje nemen naar een walviskarkas een paar honderd meter verderop. Het beest was er in 2012 aangespoeld en vastgekomen toen het waterpeil daalde. Een 10-tal medewerkers (waaronder onze gids) en rangers vanop het eiland probeerden het dier een volledige dag uit te graven. Onze gids gaf toe dat ze eigenlijk liever gewoon een kogel door het dier zijn hoofd hadden geschoten om het uit zijn lijden te verlossen aangezien het van bij het begin duidelijk was dat hun poging niets zou opleveren. Door de aanwezige pers was het echter niet mogelijk en werden ze verplicht te doen alsof er hoop was terwijl het dier daar lag te creperen. Er spoelen jaarlijks ongeveer twee walvissen aan op Fraser Island.
Voor de middag bezochten we ook de Maheno, dat in 1905 in Schotland werd gebouwd als luxe-passagiersschip en 120 m lang is. Het schip is jarenlang het snelste schip ter wereld geweest met zijn ruim 32 km/u. Tijdens WOI werd het schip gebruikt als hospitaalschip over het Engelse kanaal. Later werd het teruggegeven aan zijn oorspronkelijke eigenaar en opnieuw gebruikt als cruise tot het in 1935 werd afgekeurd voor passagierstochten en werd opgekocht door een Japanse ijzerhandelaar. Toen het schip, voortgesleept door een ander schip, terecht kwam in een zware cycloon brak het touw door en spoelde het aan op Fraser Island. De Japanse firma probeerde nog enkele maanden het schip los te krijgen maar moest uiteindelijk toch opgeven omdat het steeds dieper wegzakte. Er zitten nu drie en een halve verdieping onder het zand waardoor maar een klein deel van het wrak zichtbaar is.

We reden daarna door naar Indian Head, een rotsformatie op ongeveer 50 meter boven de zeespiegel met een indrukwekkend uitzicht over de kustlijn. De plaats heeft zijn naam te danken aan kapitein James Cook die er, toen hij er in 1770 voorbij vaarde, Aboriginals zag zitten (in die tijd werden alle inheemse stammen Indianen genoemd). Voor de Aboriginals is Indian Head een heilige plaats met veel emotionele waarde. Op dit punt zijn velen van hen (zowel mannen, vrouwen als kinderen) door de Westerlingen gedwongen het ravijn in te springen. Als je geluk hebt kan je er zelf haaien, manta’s en, in het juiste seizoen, walvissen zien. Als wij er waren hadden we noch geluk, noch was het het juiste seizoen...
Na Indian Head was er nog één stop gepland: de Champagne Pools. Een paar natuurlijk gevormde zwembaden die, door de inslaande golven, leken gevuld te zijn met champagne als je je verbeelding gebruikt. Ideaal om te beginnen aperitieven...
Voor die avond hadden we kangoeroesteak voorzien en of het lekker was, amaaai! Onze gids gaf ons een paar tips over hoe we hem best bakten en Tom slaagde erin hem PERFECT te bakken. We waren klaar om de avond goed in te zetten en haalden enkele drankspelletjes boven. De grote opgave deze avond was 12u halen aangezien ik jarig was en ik het dus niet kon maken vroeger in slaap te vallen. Met veel moeite haalden we het, jammer genoeg zonder Matt ( één van de Canadezen). Hij had me op voorhand nog gewaarschuwd dat gin niet echt zijn ding was... Na 12u werd het pas echt plezant, we bezochten het strand, dansten op de tafels en maakten enkele leuke foto’s waarvan we de meesten weerhouden hebben. ;-)

Eli Creek:




 
 
 
Nee geen slang, maar grote aal in het water waar wij ervoor rustig zaten te plonsen.


 
Dingo!!

 
De walvis.


Maheno ship wreck:


 
Onderweg:


 
 
 
Indian Head:
 





Champagne pools:


 

Birthdayparty:




Matt deel één ( de jongen met de pet), nog rechtopstaand.

 
Matt deel twee, niet meer zo rechtopstaand...


 





 


 
En verder gaan we niet ;-)
 

DAG 3

Deze keer werden we gewekt met een zware kater en het gevoel dat we een half uur geslapen hadden. Al een geluk dat er die dag enkel een bezoek aan Lake Mckenzie gepland stond. Een heel mooi en helder meer waar we rustig konden ontwaken. Tot we verjaagd werden door een zware regenbui. Toch een mooie afsluiter van Fraser Island. Eens we terug waren in ons hostel op Hervey Bay was het tijd om te douchen. Op Fraser Island waren geen douches dus we roken allemaal niet heel fris meer. ’s Avonds was er nog een feestje gepland omdat ik nog steeds jarig was. Twee keer mijn verjaardag vieren? Geen bezwaar van mijn kant! ;-) Iedereen legde $10 uit voor pizza waarvoor we toch zeker 40 pizza’s kregen, goed kunnen eten dus... Ik kreeg er ook een horloge cadeau van Rein, iets wat ik zeker kon gebruiken na mijn recente miskopen in Azië, en een papieren kroon die mijn duik in het zwembad jammer genoeg niet heeft overleefd. Maar alles aanwezig dus om er een goeie avond van te maken, en dat werd het ook.
 

 
Tom is met niets liever content dan eten, daarom: een verjaardagsdonut!

 
Lake McKenzie:
 

 
De boys met Gilson.


Het feestvarken

 
Veeeeeeeeeeeel pizza!
 
 

De dag erna was het tijd om afscheid te nemen van de groep en verder te reizen naar Byron Bay.
 



woensdag 26 maart 2014

Australië: Cairns - Whitsundays

 
 

We keken er erg naar uit om naar Australië te vertrekken, Azië was super leuk maar we waren heel benieuwd naar Australië en hadden enorm veel zin om met een camper te gaan cruisen. We misten het zelfstandig te kunnen reizen, zelf te kunnen koken, gerief te laten rondslingeren, zelf de muziek te kunnen kiezen in de auto en luidkeels mee te zingen...
Eerste opgave: een campervan zoeken en een dikke steak eten. Dat tweede was niet zo’n groot probleem aangezien er op elke hoek wel een pub was waar ze steak verkochten. Maar het eerste, oeeeeeeeeeeeeelalalala, dat was niet zo simpel!
Tweede opgave: Joke vinden, ook gene cadeau. Doordat die twee simpele duiven (Rein en Joke) slecht gecommuniceerd hadden, hadden we geen idee wanneer Joke precies aan zou komen in Cairns. Dit had als gevolg dat we de hele dag aan de lagoon vlakbij ons hostel moesten liggen (oh gruwel!). ’s Avonds besloten we dan maar zonder Joke te gaan eten en lieten een boodschap achter bij de receptie dat we gingen eten bij een ander hostel. Toen we later die avond terug in ons hostel kwamen (dat Joke op voorhand had geboekt), was er nog steeds geen spoor van Joke. Rein deed heel hard haar best maar kon haar ogen nauwelijks openhouden aangezien we nauwelijks geslapen hadden de nacht ervoor. Ik besloot nog een film te kijken en af en toe eens te gaan kijken of Joke nog niet op de stoep stond. De receptie was al gesloten dus kon ze niet meer binnengeraken zonder onze hulp. Tijdens het wachten schoot Rein meermaals wakker omdat ze dacht dat ze Joke had horen roepen (ik denk dat ze een heel klein beetje enthousiast was om Joke terug te zien). Bij één van mijn bezoeken aan de stoep trof ik een meisje aan die met twee grote rugzakken een beetje verloren liep, het bleek ons Joke te zijn. Toen we richting ons hostel liepen dacht Joke plots bij haar hostel te zijn en dacht ze dat wij ergens anders verbleven. Blijkbaar hadden ze onze boodschap dat we ergens gaan eten waren lichtjes anders vertaald naar Joke en werd het: ‘ze zijn naar een ander hostel vertrokken’. Dus Joke was naar het andere hostel gestapt, had naar ons gevraagd aan de receptie en te horen gekregen dat ze ons daar niet kenden. Ze besloot dan maar terug te stappen naar het eerste hostel om er alleen te slapen en ons de volgende dag te zoeken. Joke dacht dus dat we niet tevreden waren met ons hostel en dan maar vertrokken waren. Toen we op de kamer kwamen was er eentje die direct uit haar slaap ontwaakte en rechtsprong. Na de hereniging dronken we nog een degelijke hoeveelheid gin terwijl we onze verhalen uitwisselden tot een stuk in de nach, gezellig!
De volgende dag konden we beginnen met onze zoektocht naar een campervan. We belden en mailden naar elke interessante advertentie ( en laat ons eerlijk zijn, ook minder interessante naarmate we wanhopiger werden) die we tegenkwamen maar jammer genoeg kregen we meestal, of geen antwoord, of te horen dat hun busje al verkocht was. Na drie dagen vonden we dan toch twee geschikte busjes. Het ene was heel goed, had weinig kilometers en was in goede staat maar was niet zo praktisch ingericht als de meeste campervans. Het andere busje had meer kilometers maar
was wel heel goedkoop en was beter georganiseerd voor backpackers. We kozen voor het tweede busje, een keuze die we ons later nog zouden beklagen. Maar hé, maakt deel uit van het australisch avontuur! ;-)
Nadat we onze campervan hadden doopten we hem 'Lou' en konden we er echt aan beginnen. We reden naar Cape Tribulation, een stukje regenwoud in het noorden. We reden langs de kustlijn wat enkele mooie beelden opleverde. Toen we in Cape Tribulaton aankwamen kreeg ons busje het direct lastig met de steile hellingen maar het lukte ons toch een camping te bereiken en een duik te nemen in het zwembad dat we moesten delen met drie padden. Na onze plons bestelden we een enorme T-bonesteak en een kan bier en kregen we gezelschap van drie locals die ons trakteerden op bier en rum. Het moet wel gezegd, ze waren een beetje vreemd. Het waren echte mannen van de jungle. De ene had als bijnaam ‘bushman’ en het woord zegt het zelf, hij leefde in het regenwoud. Bushman had verschillende straffe verhalen klaarstaan over hoe hij soms weken in de jungle rondloopt met enkel zijn mes waarbij hij wilde zwijnen, krokodillen en tal van andere beesten moet doden om te overleven. Hij had  een aantal ‘indrukwekkende’ littekens op zijn lichaam die zijn verhalen geloofwaardig maakten, hoewel we toch even de wenkbrauwen fronsten bij zijn verhaal over hoe hij eens een drie meter lange haai had gedood met enkel zijn mes. De tweede local was enkel geïnteresseerd in Joke en kon niet stoppen met zeggen hoe mooi ze was (de man was geen specialist in signalen opvangen). Hij vond Rein uiteraad ook heel mooi maar wou dat niet zeggen omdat ze mijn ‘lady’ was (al een geluk voor mij of ik was haar kwijt). De derde zei geen woord, keek constant naar de grond en lachte overdreven hard met alles wat gezegd werd. Gelukkig vroegen ze ons later op de avond om aan de localstafel te gaan zitten waar nog andere (iets gewonere) mensen zaten. Het werd uteindelijke een leuke avond. Op hun invitatie om samen een nachtwandeling te gaan maken zijn we toch maar niet ingegaan....


Onderweg naar Cape Tribulation:





 


Cape Tribulation:



 



 

 

 
 
Gelukkig konden we nog net ontsnappen aan deze gruwelijke spin in de toiletten! De poging om Joke
te leren omgaan met spinnen.... faalde! Gillen voor dood! Na zo'n 20 minuten slaagden we erin bevende Joke uit de toiletten te bevrijden. K moet zeggen, ik was er ook genen fan van. Die harige poten, immense giftanden en hypnotiserende ogen zitten nog vers in mijn geheugen ;-). 
 
 
 
Eerste goeie steak sinds maanden, hmmm
 
 
 
 
Terug in Cairns moesten we onze campervan nog laten registreren en moesten daarvoor eerst langsgaan bij een garage om hem te laten testen. Daar kregen we te horen dat er toch wel één en ander moest vervangen worden. Niet zo goed nieuws dus, maar zolang we er daarna geen problemen meer zouden mee hebben was het niet zo erg. Ons busje ging klaar zijn woensdagavond rond vier uur, net op tijd om in Airlie Beach te geraken voor onze tour naar de Whitsundays. We moesten er donderdagochtend om 7.15u zijn, we kwamen toe om half 5, ideaal dus. We deden er wat langer over dan gepland aangezien er ’s nacht veel kangoeroe’s langs de snelweg liepen en we er liefst geen onder ons busje kregen. We zagen er onze eerste kangoeroe’s!! Jammer genoeg zowel levend als dood.
Nauwelijks geslapen konden we beginnen aan onze drie-daagse zeiltocht. We kochten vlug nog een voorraad drank in en stapten op de boot. De kapitein was een typische Australische macho voorzien van een pet, een dikke pens, fancy zonnebril, knappe madam aan zijnen arm en een dikke streep zonnecrème op zijn gezicht en lippen. Hij was bij momenten hilarisch, vooral als hij zich kwaad moest maken op zijn niet altijd even betrouwbare crew. De crew bestond uit een Hollandse man die iets te cool wou doen en na letterlijk elke zin het woord ‘bro’ zei, en Thor, een Deen
 die bij momenten iets te veel bezig was met het proberen versieren van een Zweeds meisje - zonder succes.
Op dag 1 stond een korte duik gepland en was er ook de mogelijkheid om te snorkelen of gewoon op het strand te zitten. Het zicht onder water was niet spectaculair maar het was toch leuk. De tweede dag bezochten we Whitehaven Beach, het strand waarvoor Whitsundays bekend staat. Het parelwitte zand kan gebruikt worden als natuurlijk scrub - materiaal. De dames hebben zich dus eens volledig laten gaan... Je kan er zelf je tanden mee onder handen nemen! (maar niet echt aan te raden, ik zit nog met zand achter mijn kiezen). Doordat het water heel hoog stond was het uitzicht wel niet volledig zoals op de meeste foto’s die je op de brochures ziet, maar het bleef mooi. De laatste (halve) dag bestond uit ontwaken, ontbijten, snorkelen en brunchen. Bovendien zagen we ook dolfijnen. Geen slechte afsluiter! We werden uitgenodigd om die avond gratis pizza te gaan eten in een bar in Airlie Beach. Het werd een plezante avond met veel bier en een zatte crew. We hadden het heel erg naar ons zin tot plots om 1u alles sloot. Blijkbaar zijn Australiërs niet zoooooo n dikke feestbeesten als we dachten want wij konden nog wel efkes blijven gaan. ;-) 


 
Eerste garagebezoek :-)


 
 

 
 
Whitsundays:


 
Elke keer als we een duikje wouden nemen moesten we deze grappige pakjes aan tegen de stingers.




 
 


 
 
 
 
Tom diva - modus:

 

 
 
 



 



 
Whitehaven beach
 
 
 


 
 


 
 


Lagoon Airlie Beach
 

 
Airlie Beach

 
Na een leuke avond met onze tourgenootjes sprongen we weer in de Lou om verder te cruisen.